Vind je onderdanigheid bij een ander?

Of toch, bij jezelf?

Vrijdagavond. Als ik mijn hotmail open tel ik zeker 40 reacties op de advertentie die ik diezelfde week (dinsdag) op bdsm-zaken heb geplaatst. Zo’n grote diversiteit. Het zijn er verhoudingsgewijs maar weinig die mijn advertentie blijkbaar niet goed hebben gelezen of onjuist hebben geinterpreteerd. Zelfs twee mailtjes met een onzelfzuchtig karakter van dominante oudere heren. Een aantal mailtjes gooi ik direct weg. Een aantal mensen schrijf ik bedankjes terug.

Mijn msn account wordt haast overspoeld met vragen om chatcontact. Ik accepteer ze niet allemaal, voor uitgezocht te hebben wie wie is. Degene die mij zo op het eerste gezicht bekoren accepteer ik. Een daarvan springt er EEN direct uit. Hij confronteert mij als enige met een bewust niet genoemde feit in de advertentie. Ook hij voegt mij toe aan zijn msn lijst. Hij dringt aan op snel contact. Een enkel drankje op een voor mij veilige plek. De woorden die we delen lijken als uit EEN mond. Hoewel ik het niet direct verstandig vind af te spreken doe ik het wel. Ik weet dat ik de situatie meester ben. We spreken de volgende dag al af.

Zaterdagmiddag/avond. We hebben afgesproken in de stationrestauratie om van daaruit een fijn terras te zoeken langs een gracht. Wat sms’jes gaan over en weer en dan ineens is hij daar. We hobbelen van terras naar terras, kunnen onze draai nog niet echt vinden. Maar als we uiteindelijk op een rustige plek zijn neergestreken vinden we elkaar. Ik vind in hem eindelijk een meerdere. Eindelijk zonder autoriteitsconflict. Van binnen vind ik voor eens en eindelijk de rust die ik zocht. Niet veel later ga ik met hem mee. Vol vertrouwen dat hij mij niet zal schaden. Hij houdt woord. Laat mij intact. Hij respecteert zelfs de grenzen die ik zelf niet meer zie. Laat mij zeggen, zonder voor te spreken, wat ik nooit kon zeggen. Ik wil zijn een KOSTBAAR bezit.

Maandagavond. Hij belt mij als ik buiten wandel om een brief te posten. Zoals afgesproken. Twee dagen vol rust afgewisseld door onrust zijn voorbij gegleden. Zijn stem is zo normaal dat ik gelijk weet wat hij gaat zeggen. Hij is bang dat hij me niet kan geven wat ik nodig heb. Hij wil geen overtuiging, enkel zijn bevinding kwijt. Met oprechte of gemaakte compassie (al geloof ik het eerste liever). Ik weet niets te zeggen, maar verwonder mij vooral om de rust die over mij komt. Ik voel me in geen geval afgewezen. Hij liet mij in mijn waarde. Ik ben wie ik ben en naar zijn beoordeling was ik niet wat HIJ zocht. We hangen op. Vol trots loop ik richting huis.

Thuis blijkt dat twee van de andere personen die ik uit de zwerm reacties filterde online zijn. De personen waarmee het allang niet meer over bdsm gaat. Ik vertel, doe mijn verhaal. Een van hen confronteert mij. Ik heb de sterke behoefte ‘alles’ in mijn leven over te dragen zegt hij. Dat had ik al eens eerder gehoord, maar afgewezen. Ik voel nu hoe hij, en ook die andere personen uit mijn nabije verleden, gelijk hebben. Ik mag mijn zoektocht van hem nu niet staken. Het gaat hem niet om zijn eigen persoon, maar om mijn geluk. Ik moet mijn eigen noden respecteren.De ander verzorgt mij met een virtuele warme knuffel. Daarna praten we toch ineens weer over bdsm. “Omschrijf me dan eens hoe jij dat beleeft”. Maar ik kan hem niet antwoorden. Is dat wel in woorden uit te leggen?

Dinsdag. Ik denk na over de gesprekken die ik de avond ervoor heb gevoerd. Berusting heb ik vooral. Ik hoef voor mijn gevoel niet verder te zoeken naar een dominant. Het komt wel. Ik neem mijn tijd. Er zit dan misschien minder jus in het kuiltje van de stamppot, maar ik red me ook alleen!

Woensdagmiddag. Een drukke dag heb ik. Als ik bij mijn afspraak wegrijdt om de trein te halen naar Rotterdam waar ik studeer merk ik dat ik al te laat ben. Ruim een half uur. En dan zak ik in. Ik baal van mijzelf sta te stampen op het centraal station. Ik besluit niet te gaan en mijn tijd andere invulling te geven. Ik bel twee kennissen die ik al een tijdje niet meer heb gezien. Helaas heeft geen van de twee tijd om een drankje te gaan drinken. Ik baal en besluit een boek te kopen in de AKO op het station. ‘Honderd keer een borstel door je haar halen voor je gaat slapen’ koop ik. Op de achterkant staat het woord ‘sadomasochisme’. Ik grijns als ik het afreken. Lezen ga ik vanavond.

Daarna fiets ik naar huis. Als de wind me een koele aai over mijn wang geeft, weet ik ineens wat ik moet. Ik rij naar de alternatieve bioscoop. Tussen twee films kan ik kiezen. Uiteindelijk verkies ik Vermeer boven de ‘heftige jaren ’20’. En niet zonder reden blijkt.

De muziek voert me, als in een kabbelend bootje, mee door het Delft van Vermeer. Het geeft me het gevoel dat twee warme armen me stevig omarmen en wiegen. Ik hoef niet te huilen, het moest zo zijn. Ik ontmoet Griet in wie ik mij zo kan verplaatsen en zie Vermeer waar ik als Griet zo tegenop kijk en zelfs een beetje bang voor ben. Dan ineens krijgt de film voor mij die duidelijke boodschap. De film geeft me EXACT hetzelfde gevoel als ik haal uit de bdsm waar ik soms van mag genieten. En die spanning is zo echt. Zo vol leven. In de film voel ik me helemaal thuis. Op mijn plek. Als de film afgelopen is weet ik dat mijn onderdanigheid echt is waar ik naar op zoek ben en ineens is me duidelijk waar ik die kan vinden. Op de fiets naar huis rollen de tranen van mijn wangen. Ik heb mijn onderdanigheid gezocht bij een ander en gevonden in mijzelf.

 

©kek (2004)