BDSM en therapie

In de BDSM-wereld kom je een uitspraak als “ik help mijn sub om te verwerken dat ze vroeger misbruikt is” zo nu en dan tegen. Of worden onderdanige mensen door hun Dominant geholpen bepaalde angsten of depressies te overwinnen. De redenen die mensen hebben voor deze vorm van BDSM-beleving zijn divers, maar in de eerste plaats zijn ze in beginsel nobel. Het waken over zowel de lichamelijke als geestelijke gezondheid van je partner is, gelukkig, niet iets dat uitsluitend bij BDSM’ers voorkomt en er is ook veel voor die zorgzaamheid te zeggen. Desalniettemin is het goed om onderscheid te maken tussen BDSM en therapie.

Wat is therapie?


Binnen de psychologie (de wetenschap die zich bezighoudt met het bestuderen van het menselijk brein en menselijk gedrag) en de psychiatrie (de medische wetenschap die zich bezighoudt met de behandeling van geestesziekten) zijn vele stromingen, ideeën, inzichten, methoden en andere redenen om met elkaar van mening te verschillen. Het menselijk brein is nu eenmaal een ingewikkeld stuk gereedschap. Het zal je ook niet verbazen dat er veel verschillende ideeën zijn over wat te doen als met dat brein op de een of andere manier iets misgaat.

Toch zijn er algemene dingen te zeggen over therapie. Zo is er altijd sprake van iets dat ongewenst is: gedrag dat iemand niet wil vertonen of heftige gevoelens die iemand niet wil hebben omdat ze belemmerend werken. Therapie is erop gericht om het ongewenste te verzwakken, weg te nemen of te vervangen door iets dat wel gewenst is. Als iemand zo bang is voor spinnen dat hij of zij het huis niet meer uit durft als zo’n rakker zijn web bij de voordeur heeft gebouwd, kan iemand gebaat zijn bij therapie. Als de therapie aanslaat, kan hij of zij, hoewel bang, toch voorbij de spin bij de voordeur komen. Of misschien is hij of zij helemaal niet bang meer voor spinnen. Het is zelfs mogelijk dat hij of zij een liefde voor spinnen ontwikkelt en uiteindelijk een vogelspin in een terrarium op de boekenkast zet.

Diagnose en behandeling


Iets dat rammelt in je auto kan erg irritant zijn. Je blijft er een tijd mee rond rijden en vraagt je af waar dat gerammel toch steeds vandaan komt. Als het gerammel steeds harder doorklinkt, begin je zenuwachtig te worden. Hoog tijd om te achterhalen waar dat gerammel nu vandaan komt, voordat je auto helemaal in de soep loopt. Je besluit dat je dapper en technisch genoeg bent en gaat zelf op zoek. Je haalt de halve auto overhoop om alle troep onder de stoelen en uit de achterbak weg te halen. Dat was het duidelijk niet, want het rammelt nog steeds. Dus je kijkt naar de motor, naar de uitlaat… Je besluit zelfs om de ramen maar eens te bekijken om jezelf ervan te verzekeren dat die goed vast zitten. Ook allemaal vruchteloos. Er zit maar een ding op: je neef bellen. Neef is automonteur, die weet vast wel raad. Neef geeft een paar tips en ja hoor, hij heeft gelijk. Je vindt het schroefje dat los is gaan zitten, pakt de juiste schroevendraaier, draait het schroefje vast en het gerammel is over. Probleem opgelost!

Toen je wist waar het probleem lag, was het probleem binnen vijf minuten verleden tijd. De meeste tijd ging zitten in het vinden van het probleem. Zo is het met auto’s, maar ook in het alledaagse leven. Als mensen weten waar een probleem vandaan komt, zijn de meeste mensen wel in staat om een manier te vinden om met dat probleem om te gaan en het probleem hanteerbaar te maken. Een goed gesprek met een vriend of vriendin kan soms al aardig helpen om het probleem te achterhalen en een manier te bedenken om met dat probleem om te gaan.

We keren nog even terug naar het voorbeeld van de auto. Stel nu dat het schroefje toch weer gaat loszitten en je opnieuw met gerammel te maken krijgt. Dat betekent dat het probleem toch ingewikkelder is dan het op het eerste gezicht leek. Je besluit dat je auto maar naar de garage moet, zodat er iets gedaan kan worden aan de trillingen die ervoor zorgen dat het schroefje weer los gaat zitten. Of misschien zit de oplossing in vervanging van het schroefje door een nieuwer type dat beter blijft zitten. In elk geval: het probleem was niet meer zomaar op te lossen, maar je had hulp nodig van iemand die doorgeleerd had voor het oplossen van dit soort problemen.

Bij therapie werkt het eigenlijk net zo. Voordat behandeld kan worden, moet worden vastgesteld wat er precies met iemand aan de hand is. Dat is vaak minder makkelijk dan het op het eerste gezicht lijkt. Neem bijvoorbeeld iemand die een grote weerzin heeft tegen seks. Desgevraagd vertelt ze dat ze vroeger een vervelende ervaring met seks heeft gehad en dat seks daarom voor haar niet zo nodig meer hoeft. Bij wat doorvragen blijkt dat die vervelende ervaring bestond uit tegen haar zin gedwongen worden tot seksuele handelingen.

Dat lijkt een duidelijk verhaal. Wie kan zich nu niet voorstellen dat seksualiteit een hele andere lading krijgt voor iemand met zo’n ervaring? Maar waarom lukt het haar nu niet om die ene keer los te zien van overige seksuele ervaringen? Waarom had die gebeurtenis zo’n impact? Is het wel bij die ene keer gebleven? Is het überhaupt wel gebeurd of heeft ze voor haar gevoel een smoes nodig om moeite te hebben met seksualiteit? Is er meer aan de hand, bijvoorbeeld iets lichamelijks waardoor seks haar pijn doet? Als het inderdaad gebeurd is zoals ze beschrijft: wat heeft dat nog meer met haar gedaan dan alleen haar behoefte aan seksualiteit wegnemen? Heeft ze wel behoefte aan intimiteit? Hoe ziet intimiteit er voor haar uit? En hoe zit het met haar zelfbeeld?

Dit probleem is te complex om op te lossen door een goed gesprek met een vriendin. Er is professionele hulp nodig om te achterhalen waar het probleem precies zit, waar het vandaan komt en wat eraan gedaan kan worden. Die hulp kan verschillende vormen hebben, maar zal over het algemeen beginnen met gesprekken met een hulpverlener. De hulpverlener kan ook beoordelen of er misschien medicijnen nodig zijn. Een hulpverlener kent de wegen die bewandeld kunnen worden om ervoor te zorgen dat het probleem niet meer belemmerend werkt in iemands dagelijkse functioneren.

Relaties


Tussen therapie en BDSM zijn best wat overeenkomsten te bedenken. Een relatie tussen een hulpverlener en een cliënt kan nooit gelijkwaardig zijn, omdat de basis van de relatie niet gelijkwaardig is. Een cliënt komt met een probleem, een hulpvraag. De hulpverlener zet zijn of haar kennis, kunde en vaardigheden in om dat probleem op te lossen of hanteerbaar te maken. Ook in BDSM-relaties is sprake van een zekere ongelijkwaardigheid, omdat er met verschillen in macht gespeeld wordt. In zowel de therapeutische als de BDSM-relatie is vertrouwen erg belangrijk. En in beide relaties is sprake van een wederzijdse afhankelijkheid. Zonder cliënt valt voor de hulpverlener er weinig hulp te verlenen, terwijl de cliënt er niet uit komt zonder de hulpverlener. Zonder Dominant is het voor een sub lastig onderdanig zijn, terwijl een Dominant weinig voldoening zal vinden in het domineren van een deurkruk.

Toch zijn er ook belangrijke verschillen tussen beide relaties. Een therapeutische relatie richt zich, als het goed is tenminste, uitsluitend op de behandeling van de cliënt. Een hulpverlener zal proberen een zekere emotionele afstand te bewaren, handelt op basis van zijn of haar uitgebreide vakkennis, zal proberen de relatie zo zuiver mogelijk te houden en kan advies van collega’s inwinnen zonder dat de privacy van de cliënt in gevaar komt. Binnen een BDSM-relatie is er juist sprake van emotionele betrokkenheid. Niet zelden gaat een BDSM-relatie verder dan uitsluitend BDSM, omdat beide partners in het gewone leven ook partners of in elk geval goede vrienden zijn. Dominant en sub kunnen bovendien nog zo op elkaar gericht zijn, dat neemt niet weg dat zij ook allebei voor zichzelf voldoening uit het BDSM-spel willen halen. Omdat doorgaans algemeen bekend is wie met wie omgaat, is het voor partners in een BDSM-relatie ook erg moeilijk om over vertrouwelijke zaken advies van collega-BDSM’ers in te winnen. En BDSM’ers die een opleiding hebben gehad die hen in staat stelt goed om te gaan met de vaak ingewikkelde problemen die in een therapeutische relatie op tafel komen, zijn zeldzaam.

BDSM als therapie


Als je toch probeert om een therapeutische en een BDSM-relatie te combineren door je binnen je BDSM-relatie niet alleen als BDSM-partner, maar ook als hulpverlener op te werpen, begeef je je op glad ijs. Je hebt geen gedegen opleiding op dat gebied, je hebt geen collega’s om mee te overleggen, je weet niet hoe je een goed onderbouwd therapieplan opzet, en je bent te betrokken bij degene die je probeert te helpen.

“Baat het niet, dan schaadt niet” gaat in dit geval niet op. Iedere BDSM’er weet dat een BDSM-spel diepe en heftige gevoelens kan oproepen. Therapie kan hetzelfde effect hebben. Als je deze twee bronnen van heftige emoties bijelkaar brengt, wordt het uiterst moeilijk om te voorspellen wat de uitkomst gaat zijn. Het kan ogenschijnlijk goed gaan, maar het kan ook vroeg of laat helemaal uit de hand lopen. En nee, in het verleden behaalde resultaten geven geen garantie voor de toekomst.

Laten we even aannemen dat BDSM inderdaad helpt om bepaald ongewenst gedrag te verminderen of zelfs te laten verdwijnen. Wat als iemand vervolgens (tijdelijk) zonder BDSM-relatie komt te zitten? Hoe afhankelijk wordt iemand van BDSM als BDSM als therapie wordt gebruikt? Het kan zijn dat een sub die tijdens een BDSM-relatie heeft geleerd om ‘s morgens op tijd op te staan omdat ze anders straf van haar Dominant kreeg, ook na afloop van de BDSM-relatie het op tijd opstaan keurig volhoudt. Het is echter ook mogelijk dat ze zonder Dominant niet meer in staat is dat probleem aan te pakken en uiteindelijk dus verder van huis belandt. In een therapeutische relatie leert iemand zelf en zelfstandig met een probleem om te gaan, en dat is een duurzamere oplossing dan het ingrijpen van een Dominant.

Wat dan wel?


Dit stuk gaat over situaties waarin professionele hulp geboden is. Of, om met de auto-analogie te spreken, situaties waarin het zelf zoeken naar het schroefje en het bellen van de neef-met-verstand-van-auto’s niet meer afdoende is, maar de auto naar de garage moet. Binnen een BDSM-relatie kan één van beide partners best voor neef spelen. Een goed gesprek kan wonderen doen en ook een spel kan een positief effect hebben, bijvoorbeeld om alle stress van het dagelijks leven even te vergeten. Een goed spel neemt dan de plaats in van een avondje stappen, een leuke vakantie, een dagje winkelen.. dat soort alledaagse dingen (coping strategieën).

Bij de vrouw met haar misbruikverleden die in de knoop komt met haar seksualiteit en daar zelf niet meer uitkomt, is het vrij duidelijk dat ze baat heeft bij hulpverlening. Als het minder duidelijk is, wordt het lastiger. Neem echter bij twijfel geen risico en zoek hulp. Vraag je af of je iets alleen door BDSM kunt oplossen of dat er nog andere manieren zijn om je gevoelsleven op orde te brengen. Zijn die er en gebruik je ze, dan is BDSM alleen een van je vele manieren om met problemen om te gaan en daar hoeft niet zo veel mis mee te zijn. Kun je bepaalde dingen alleen oplossen met BDSM, dan is het tijd om je achter de oren te krabben en je af te vragen of dat wel zo verstandig is.

Meer lezen?


Bij het schrijven van dit stuk is gebruik gemaakt van:
W. Vandereycken en R. van Deth, Psychiatrie
(Houten: Bohn Stafleu Van Loghum, 1997) ISBN: 90-313-2226-1
P. Gray, Psychology
(New York: Worth publishers Inc., 3d edition, 1999) ISBN: 1-57259-414-4)